Wat is er nieuw

Deze update bevat kleine bugfixes en verbetert de algehele stabiliteit.

Rasters

Rasters vergemakkelijken de oriëntatie in de tekening en verbeteren de nauwkeurigheid bij het plaatsen van grafische elementen.

Hoofdraster

Het hoofdraster is ingesteld op een afstand van 1 cm of 1", afhankelijk van de eenheden geselecteerd in de programma-instellingen onder "Overige".

Met het commando "Weergave - Hoofdraster wijzigen" in het menu of door op de "M" toets te drukken, kunt u een van de drie rastertypes kiezen: met lijnen, met kruisen, met stippen, of het raster volledig uitschakelen.

Snapraster

Het snapraster, toegankelijk via "Weergave - Snapraster tonen" in het menu, heeft afstanden die overeenkomen met de huidige snapmodus-instellingen. Deze functie stelt gebruikers in staat om de plaatsing van grafische elementen effectief te plannen en voorkomt het per ongeluk gebruiken van onjuiste snapinstellingen.

Rasterkleuren

Een dubbelklik op de werkruimte van de tekening opent het "Eigenschappen" paneel, waar de kleuren van alle soorten rasters aangepast kunnen worden. Deze optie stelt gebruikers in staat om het uiterlijk van de rasters aan te passen voor een betere visuele onderscheiding.

Archiveren

Elke keer dat je een tekening opslaat, slaat het programma een kopie van de tekening op in een speciale map. De datum en tijd van opslaan worden toegevoegd aan de naam van de opgeslagen kopie. Dit stelt je in staat om op een later tijdstip terug te keren naar een eerdere versie van de tekening.

Hoe archiveren in te stellen

Ga naar het Back-up tabblad in de programma-instellingen (menu Bestand - Instellingen... of gebruik de F12 toets):

Gebruik het Archiveren selectievakje om de gegevensback-up aan/uit te schakelen.

Gebruik de Wijzigen knop onder het veld Archiveringsmap om de map te selecteren waarin de archiefkopieën van de tekeningen moeten worden opgeslagen.

Kies een map die gedeeld is via online services zoals Dropbox, OneDrive, Google Drive en anderen. Op deze manier heb je ook een back-up van je gegevens in geval van een harde schijf crash.

Hoe een tekening te herstellen uit het archief

Gebruik de opdracht Bestand - Herstellen uit archief om een dialoogvenster met een lijst van gearchiveerde versies te openen. Selecteer de versie die je wilt herstellen en klik op de OK knop.

Als er nog geen archiefkopie is gemaakt voor de tekening, verschijnt de melding "Geen archief beschikbaar voor dit document".

Hoe onnodige archiefkopieën te verwijderen

In de programma-instellingen (menu Bestand - Instellingen... of druk op F12), op het tabblad Back-up, klik op de Openen in Verkenner knop. Windows Verkenner wordt geopend. Selecteer de back-upkopieën die je niet langer nodig hebt en druk op de Delete toets op je toetsenbord.

Logging

Het programma logt en stuurt foutmeldingen die kunnen optreden bij het gebruik van het programma naar de programmeurs van het programma. De reikwijdte van de verzonden informatie is beperkt tot technische problemen in de broncode van het programma en bevat geen persoonlijke informatie of gegevens die door jou zijn gemaakt.

Je kunt deze functie deactiveren in de programma-instellingen (menu Bestand - Instellingen... of druk op F12) op het tabblad Logging.

Symboolblokken

Gerelateerde symbolen kunnen worden gecombineerd tot blokken. Symboolblokken worden begrensd door een rechthoek die zijn eigen label (referentie) heeft.

De blokreferentie wordt weergegeven in geprinte rapporten (materiaallijst, lijst met verbindingen, enz.) in het formaat "blokreferentie - symboolreferentie". Voorbeeld: symbool HL1 in blok DSA1 wordt weergegeven als DSA1-HL1.

Om een blok te maken:

• Teken een rechthoek rond de groep symbolen.
• Voer in het Eigenschappenpaneel de blokreferentie in.

Het blok kan worden verwijderd door de rechthoek te verwijderen.

Kruisverwijzingen in PDF

Bij het exporteren van een tekening naar PDF-formaat worden kruisverwijzingen ook behouden.

Overname naam verbinding

Een nieuwe verbinding die aan een bestaande verbinding is gekoppeld, kan zijn naam overnemen. Deze optie kan worden ingeschakeld in de programma-instellingen - Draden - Nieuwe verbinding neemt de naam over van de verbinding waaraan deze is gekoppeld.

ProfiCAD-viewer voor Android

De nieuwe versie 1.9 brengt vloeiende rendering, donkere modus en verschillende andere verbeteringen.

Paneel Favorieten

Het paneel Favorieten vertegenwoordigt visueel symbolen en is boven het tekengebied geplaatst voor gemakkelijke toegang.

Om een symbool toe te voegen aan het paneel Favorieten:

Selecteer een symbool uit het grafische palet of het dialoogvenster Symbool zoeken en kies de menuoptie Toevoegen aan favorieten.

Om een symbool te verwijderen uit het paneel Favorieten:

Klik op het symbool en druk op de Delete-toets op uw toetsenbord.

Randmarge tekenen:

In de programma-instellingen vindt u op het tabblad Controle de optie Randmarge tekenen, die de afstand tussen de tekenrand en de vensterrand bepaalt.

Kleur van kabelsymbolen

Kabelsymbolen kunnen worden aangepast met andere kleuren dan zwart. In de programma- instellingen vindt u op het tabblad Draden de optie Kleur van kabelsymbolen.

Klemmen hernummeren

De menuopdracht Bewerken - Klemmen hernummeren opent een dialoogvenster dat alle klemmen van het project toont.

Met de knop Hernummeren nu kun je nu alle klemmen in het project hernummeren.

Klemmenblokken tekenen

Er is een nieuwe video beschikbaar:

Klemmenstroken

De nummering van de klemmenstroken kan beginnen met een willekeurig nummer. Dit maakt het mogelijk dat elk klemmenblok in de tekening een uniek nummer heeft.

Instellingen klemmenstroken

Selecteer het klemmenblok en voer de eigenschap Startnummer in de groep Overige in het paneel Eigenschappen in. Beginnend bij dit nummer worden de afzonderlijke klemmenblokken van de klemmenstrook in oplopende volgorde genummerd.

Positie van het titelblok

Bij een liggend formaat kan het titelblok aan de linkerkant, aan de onderkant of aan de rechterkant van de tekening worden geplaatst.

Kleine aanpassingen.

Rechthoeken en ellipsen kunnen worden gedraaid.

 

Kleine aanpassingen.

Imperiale eenheden

In de programma-instellingen: F12 - Systeem - Anderen kunt u selecteren welke eenheden u wilt weergeven:

• a) Metrisch
• b) Imperiaal (decimale getallen)
• c) Imperiaal (fracties)

Als de paginaschaal is ingesteld, kunnen de coördinaten van objecten worden ingevoerd in de vorm waarde eenheid of waarde breuk eenheid in het deelvenster Eigenschappen .

Bijvoorbeeld:

• 5 cm
• 11.9 mm
• 5.41 "
• 1 3/8 "

Symbooleditor

In de symbooleditor worden objectcoördinaten gegeven in tienden van een millimeter. Dit is handig, omdat de waarden kunnen worden gewijzigd met behulp van het muiswiel. Als u de coördinaten met eenheden wilt invoeren (bijv. "5 cm"), drukt u op F12 in de symbooleditor, selecteert u Symbool en vinkt u het vakje Gebruik eenheden in het deelvenster Eigenschappen aan.

Snap

Snap kan worden ingevoerd in metrische of imperiale eenheden, bijv. 4 mm, 0,5", 1/2", enz.

Paneel Symbolen grafisch

In dit paneel toont elk symbool zijn naam onder het symbool. Met behulp van de schuifregelaar aan de bovenkant van het venster kunt u de grootte van de symboolvoorbeelden wijzigen.

Boog gedefinieerd door drie punten

Om te beginnen met het tekenen van de boog, gebruik het menu commando Tekenen - Boog gedefinieerd door 3 punten of dit pictogram: .

De eerste muisklik definieert het beginpunt (1), de volgende klik op het punt (2) waar de boog doorheen gaat en de derde klik op het eindpunt (3) van de boog.

Druk op de Esc-toets om het tekenen van de bogen te voltooien.

De oude manier om een boog te tekenen wordt nu Ingeschreven boog genoemd, omdat deze boog wordt gedefinieerd door een rechthoek en twee punten: het startpunt en het eindpunt. Het pictogram voor deze boog is:

Verbeterde import van AutoCAD

Bij het importeren van AutoCAD als vectorafbeeldingen is het mogelijk om de grootte van de geïmporteerde tekening op te geven.

Na het invoegen van het geïmporteerde symbool in de tekening, hoewel het formaat kan worden aangepast met de muis, is het handiger als het symbool is ongeveer de grootte zal zijn in de tekening.

De afmeting kan variëren van 3 cm (voor kleine symbolen) tot 100 cm (bijvoorbeeld tekeningen met een uitgebreide plattegrond). U kunt de gewenste grootte instellen met behulp van de schuifregelaar aan de bovenkant van het venster.

Nieuwe optie bij het hernummeren van verbindingen.

U kunt nu de optie "Alle hernummeren behalve verbindingen met letters in de naam" gebruiken. Als u deze optie gebruikt, worden verbindingen zoals "L1", "L2", "PEN", enz. niet hernummerd.

Hoe te installeren

Als u al ProfiCAD heeft, kunt u het installatieprogramma voor de update downloaden. U kunt over de bestaande versie heen installeren. Dit is een betaalde upgrade.

Als u ProfiCAD heeft aangeschaft na 1. 1. 2022, kunt u gratis upgraden naar versie 12. U gebruikt de sleutel die u ontvangen hebt toen u het programma kocht voor de activering.

Hoe upgrade ik naar versie 12?

Als u een eerdere versie van ProfiCAD hebt gekocht, kunt u deze met 50% korting upgraden naar de nieuwste versie.

Installeer versie 12 en voer uw licentiesleutel in. Het programma toont u een kortingscode. Gebruik het bestelformulier op de bestelpagina, vul het formulier in en voer de kortingscode in.

Als u de upgrade liever aanschaft voordat u versie 12 installeert, neem dan contact met ons op via het contactformulier op onze website. Wij geven u dan de kortingscode.

Mis de volgende versies niet

Meld u aan voor onze nieuwsbrief. Elke nieuwsbrief bevat een link om u af te melden.