Lagen in CAD-programma's

Introductie tot Lagen

Lagen in CAD-programma's zijn als transparante vellen die op elkaar zijn gestapeld. Ze maken het mogelijk om een tekening op te delen in logische eenheden. Stel je voor: een kaart op één laag, elektrische bedrading op een andere en waterleidingen op een derde laag.

Voordelen van Lagen

Het gebruik van lagen biedt veel voordelen:

• Betere organisatie en overzicht: Lagen maken het mogelijk om een complexe tekening op te splitsen in kleinere, beter beheersbare delen.
• Weergave beheren: Je kunt kiezen welke lagen zichtbaar zijn en welke verborgen, wat het werken aan specifieke delen van de tekening gemakkelijker maakt.
• Eenvoudigere bewerkingen: Wijzigingen in één laag hebben geen invloed op objecten in andere lagen.
• Afdrukken en exporteren: Met lagen kun je alleen geselecteerde delen van de tekening afdrukken of exporteren.

Nadelen van Lagen

Het is belangrijk om enkele nadelen te erkennen:

• Objecten kwijtraken in een laag: Je kunt vergeten in welke laag een object zich bevindt, wat het moeilijk maakt om het object te selecteren en aan te passen, en dit vertraagt het werk.

Wanneer Lagen te Gebruiken

Lagen moeten worden gebruikt wanneer ze een duidelijk voordeel bieden.

Geschikte Voorbeelden:

• Kaarten en elektrische bedrading: Een kaart op de achtergrond in één laag en elektrische bedrading in een andere laag maken onafhankelijke zichtbaarheid mogelijk, wat analyse en planning vergemakkelijkt.
• Plattegronden met elektrische installaties: Een plattegrond van een gebouw kan op één laag worden getekend en de elektrische installatie op een andere, wat controle en aanpassingen vergemakkelijkt zonder de plattegrond te beïnvloeden.

Ongeschikt Voorbeeld:

• Tekeningen alleen met elektrische elementen: In dit geval zouden lagen geen voordeel bieden, omdat alle objecten tot dezelfde categorie behoren.

Belangrijk: Bij het tekenen van een elektrische verbinding (draad) wordt de verbinding automatisch alleen gekoppeld aan symbolen die zich in de actieve laag bevinden.

Hoe Objecten Tussen Lagen Verplaatsen

Er zijn twee manieren om objecten naar een andere laag te verplaatsen:

• Rechtermuisklik-methode: Klik met de rechtermuisknop op het object, selecteer "Verplaatsen naar laag..." in het menu en kies de doel-laag in het dialoogvenster.
• Sneltoetsen: Selecteer de objecten die je wilt verplaatsen, druk op Ctrl + X, schakel naar de doel-laag en druk op Ctrl + V.

Lagenbeheer

Functies van de Knoppen in het Lagenpaneel

1. Verplaats laag omhoog.
2. Verplaats laag omlaag.
3. Laag toevoegen.
4. Laag hernoemen.
5. Laag verwijderen (alleen lege lagen kunnen worden verwijderd).

Hoe Lagen Tonen/Verbergen

Je kunt een laag tonen of verbergen door op het selectievakje naast de naam van de laag in het lagenpaneel te klikken.

Hoe de Actieve Laag Instellen

Stel de actieve laag in door op de naam van de laag in het lagenpaneel te klikken.