Hoe grafische vormen tekenen

Individuele grafische vormen die getekend moeten worden kunnen gekozen worden uit het menu Teken of door op de bijhorende knop in de toolbar te klikken.

Selectiemodus

Voer een van de volgende handelingen uit om over te schakelen naar de selectiemodus:

  • druk op de Esc-toets op het toetsenbord
  • klik op dit icoon: Ga naar sectie mode
  • verplaats de muisaanwijzer naar het werkbalkgebied in het bovenste deel van het hoofdvenster

icoon: LijnLijn

Selecteer eerst Lijn in het menu Teken. Doe dan een linker muisklik waar je het begin van je lijn wilt hebben. Sleep de muis naar het eindpunt van de gewenste lijn en doe weer een linker muisklik. Je kan eventueel starten met een nieuwe lijn of en ander grafisch object kiezen in het menu.

icoon: PolylijnPolylijn

Selecteer eerst polylijn in het menu Teken. Doe dan een linker muisklik waar je het begin van je lijn wilt hebben. Sleep de muis naar het volgende punt van lijn, druk op de linker muisknop. Versleep de muis naar het volgende punt, enzoverder. Als de Polylijn getekend is kan je dit stoppen met de Esc toets.

icoon: CurveCurve

Gebruik deze functie om 1 of meerdere gelinkte Béziercurves te tekenen. De curves worden automatisch gelinkt zodat ze glad in elkaar overgaan.

controlepunten van een curve

De Béziercurve is gedefinieerd door 4 punten: 2 eindpunten (1) (4) en 2 controlepunten (2) (3). De einden van de curve zijn bepaald door de 2 eindpunten. De vorm van de curve hangt af van de controlepunten die werken als magneten. Gebaseerd op de afstand van de controlepunten en de controlepunten wordt de curve gedefinieerd. Daardoor kan de curve vele vormen aannemen.

icoon: VierkantVierkant

Klik met de linkermuisknop op de linkerbovenhoek en rechteronderhoek van de rechthoek. Je kunt nu een andere rechthoek gaan tekenen of een nieuw grafisch object selecteren in het menu.

icoon: Afgerond vierkantAfgerond vierkant

De werkwijze is dezelfde als die van het vierkant. Alleen is er nu een derde punt bij: dit punt bepaalt de afronding van de hoeken.

icoon: Boog gedefinieerd door drie puntenBoog gedefinieerd door drie punten

Boog gedefinieerd door drie punten

De eerste muisklik definieert het beginpunt (1), de volgende klik op het punt (2) waar de boog doorheen gaat en de derde klik op het eindpunt (3) van de boog.

Druk op de Esc-toets om het tekenen van de bogen te voltooien.

icoon: Boog icoon: Kromming icoon: SpieBoog, kromming en spie

De werkwijze is dezelfde als die van het vierkant maar je dient ook begin - en eindhoeken van de boog in te stellen. Voeg deze waarden in het paneel Eigenschappen en dit in tienden van graden.

eenheden van hoeken 

icoon: EllipsEllips

De werkwijze is dezelfde als die van het vierkant maar er zal in plaats van een vierkant een ellips getekend worden.

icoon: VeelhoekVeelhoek

Selecteer eerst Veelhoek in het menu Teken. Doe dan een linker muisklik aan het beginpunt van uw veelhoek. Versleep vervolgens de wijzer naar het volgende punt van uw veelhoek. Druk op de linker muisklik. Versleep de wijzer naar het volgende punt enzoverder. Als uw tekening getekend is druk dan op de Esc toets.

icoon: VerbindingspuntVerbindingspunt (Stopcontact)

Een stopcontact kan alleen in de symbolen editor (documenten met de extensie ". PPD") worden geplaatst. Het wordt gedefinieerd door een punt. Het wordt weergegeven in het rood om goed zichtbaar te zijn en het wordt groter als het geselecteerd is.

Hoe pijlen tekenen

Teken een lijn, een Béziercurve of een boog en selecteer het type van pijl in het vak Eigenschappen.

arrow shape

De vorm van de pijlen kan worden aangepast door de waarden Schaal X en Schaal Y in te voeren in Eigenschappen paneel. De lengte en breedte van de pijl worden vermenigvuldigd met deze waarden. De waarde 1,23 vergroot de pijl bijvoorbeeld met 23%.

De richting van de pijl kan worden gewijzigd door op de link pijl omdraaien te klikken in het onderste gedeelte van het paneel Eigenschappen.

Orthogonale tekenmodus

Orthogonale tekenmodus wordt geactiveerd door op de Ctrl toets te drukken tijdens het tekenen van de objecten. Lijnen zijn vertikaal, horizontaal of met een hoek van 45° getekend. Rechthoeken en ellipsen worden in deze modus getekend als vierkanten en cirkels.

Mogelijkheid om punten toe te voegen of te verwijderen in een lijn of veelhoek

Deze functie laat u toe om punten toe te voegen of te verwijderen uit een lijn of een veelhoek.

punt toevoegen punt verwijderen

Werkwijze:

  • Selecteer de lijn of de veelhoek.
  • Kies de opdracht Bewerken – Verwijder of voeg punten toe.
  • Door op de lijn te klikken wordt punt (A) toegevoegd.
  • Door op het knooppunt te klikken verdwijnt punt (B).
  • Druk op Esc om weer te keren naar de selectie modus.

Gladde aanpassing van de controlepunten in een curve van Bezier

aanpassing van de controlepunten in een curve van Bezier

Als de Ctrl toets is ingedrukt wanneer een Bezier controlepunt is verplaatst dan zal het programma het tegenliggende controlepunt verplaatsen zodat de curve glad blijft.

Stippellijn

Selecteer de lijn en stel het lijntype in het venster Eigenschappen in. Gebruik de eigenschap Lijntype Schaal om de grootte van de lijnsegmenten te wijzigen. Een waarde van 1,3 vergroot bijvoorbeeld de lengte van de lijnsegmenten tot 130%.

Uitkomen

Selecteer een gesloten grafisch object en kies een type arcering in het venster Eigenschappen.

chat support